Zij nam afscheid als ‘Giselle’, hij danste nog één keer de ‘Boléro’. Streven naar balans was in al die jaren ook hun rode draad. Niet alleen op maar ook naast het podium. Nu valt het doek voorgoed. Hoe kijken ze terug op hun carrière? In hoeverre zijn zij erin geslaagd om die balans te vinden? We vragen het Aki Saito en Wim Vanlessen. Zij oogt als porselein, hij straalt innerlijke rust uit. Ze omhelzen elkaar liefdevol. Duidelijk blij om elkaar terug te zien. Met hun frêle handen om een kop koffie zijn ze klaar om terug te blikken op wat geweest is en luidop te dromen van wat nog komt. Jarenlang waren ze de principals van Ballet Vlaanderen, nu zijn ze weer op ‘vrije voeten’. Allebei klaar voor een nieuw begin.
Alles voor de dans
Aki: ‘Ik was pas zestien toen ik de Prix de Lausanne won, een prestigieuze prijs binnen de balletwereld. De toenmalige directrice van de Koninklijke Balletschool in Antwerpen zetelde in de jury. Zij overtuigde me om Japanin te ruilen voor België. Ik ontmoette Wim op mijn eerste schooldag. We moesten samen een pas de deux dansen. Ik sprak geen woord Engels of Nederlands. Ons lichaam was het enige communicatiemiddel. Logisch dat het voor ons allebei onwennig voelde. Wisten wij veel dat dit toen al met voorbedachten rade was.’
Wim: ‘Onze directrice had een vermoeden dat wij goed met elkaar zouden matchen. Ze kreeg gelijk. Aki en ik werden al snel een vast balletkoppel. We waren jong en onervaren maar zo vastberaden om de allerbeste te worden. Whatever you are, be a good one. Middelmatigheid maakt de dingen zinloos. Met deze visie timmerden we samen aan onze balletcarrière. Elke dag opnieuw. Ons leven stond al snel volledig in het teken van de dans. En dat vroeg offers.’
Aki: ‘Ik liet mijn familie achter en begon een nieuw leven in een wildvreemd land. Niet simpel voor zo’n jong meisje. Natuurlijk miste ik mijn ouders en zus. Maar ik wist ook dat ze er waren als ik hen nodig had. Na een tijdje volstond die zekerheid voor mij.’
Wim: ‘Dansen is topsport en eist je hele leven op. Op den duur heb je voor niets of niemand anders nog oog. Ook ik balanceerde al snel op het randje van egoïsme. Alles stond in functie van de dans. Zorgen dat ik er zelf stond, was prioritair. De rest kwam op de tweede plaats. Uiteraard heeft dit een effect op het privéleven. Een relatie uitbouwen was niet gemakkelijk. Vrienden en familie zag ik zelden. Maar daar had ik vrede mee. De passie was te groot om dit als belemmering te zien.’
Aki: ‘Een kinderwens heeft zich nooit echt opgedrongen. Ik bewonder de mensen die hun carrière en ouderschap combineren maar mij is het niet overkomen. Dansen was mijn lot en ik heb deze focus nooit losgelaten. Was ik wél mama geworden, dan was ik ongetwijfeld gestopt met dansen. Streven naar de perfectie in ballet zou dan onmogelijk geweest zijn.’
Zorgen dat ik er stond als danser was voor mij prioritair. Daardoor balanceerde ik al snel op het randje van egoïsme.
Het evenwicht tussen psyche en lichaam
Wim: ‘Lichamelijke pijn is onvermijdelijk in het leven van een topdanser. Ook ik bleef jammer genoeg niet van grote blessures gespaard. Ontstoken buikspieren, gescheurde enkelligamenten en een gescheurde meniscus, het is me allemaal overkomen. Een pijnstiller was vaak een tijdelijke oplossing maar van opgeven was nooit sprake. Integendeel, ik kwam er steeds sterker uit. Als balletdanser moet je het moment pakken. Misschien willen ze je twee jaar later niet meer.’
Johan Persson voor Ballet Vlaanderen
Aki: ‘Pijn maakt zo deel uit van ons vak dat ik er nooit veel aandacht aan heb besteed. Natuurlijk deden mijn voeten pijn na een voorstelling of training. Soms tot bloedens toe. Wie schoonheid wil brengen, moet lijden. Maar mijn passie en ambitie deden de pijn vaak vergeten.
Ik herinner me dat ik een paar keer met koorts heb gedanst. Dan nam ik enkele aspirines en gaf ik toch het beste van mezelf. Met koorts kan je dansen. Met een verstuikte enkel niet.’
Wim: ‘Ik ben er fysiek af en toe compleet over gegaan. Maar de psyche speelt minstens een even grote rol als je als danser overeind wilt blijven. Ook onze geest moest getraind blijven. Zonder mentale kracht geraak je als danser nergens.
Na een voorstelling begonnen Aki en ik vaak opnieuw te trainen van zodra het doek viel. Op datzelfde podium. Terwijl iedereen al naar huis was. Omdat we de prestaties van die avond nog uit het hoofd kenden. Ze zaten nog in ons lichaam. We wisten perfect wat en waar we het nog beter hadden kunnen doen. Of waar we net een fractie tekort schoten. De lat steeds hoger leggen, nooit helemaal tevreden zijn, zelfs niet als de zaal minutenlang een staande ovatie geeft, het was in ons verhaal essentieel.’
Aki: ‘Het is belangrijk om als danser respect af te dwingen bij je entourage. Daar heb je emotionele intelligentie voor nodig, en de juiste social skills. Dring je te vaak je eigen wil op, dan heeft een choreograaf al snel de neiging om je opzij te schuiven. Hoe assertief mag ik zijn en wanneer ben ik beter terughoudend? Ook daar moesten we telkens weer de juiste balans in zien te vinden.’
De lat steeds hoger leggen, nooit helemaal tevreden zijn, zelfs niet na een staande ovatie, dat was in ons verhaal essentieel.
Rechtop blijven in moeilijke tijden
Wim: ‘Ik kwam als jonge balletdanser in een harde wereld terecht. Ik heb lichamelijk de grenzen afgetast. Maar die hardheid deed vaak nog veel meer pijn. Coaches kunnen onverbiddelijk zijn, zelfs al hebben ze het beste met je voor. Audities doen is onverbiddelijk. Dansers worden zelden in de watten gelegd. Staan voetballers voor een belangrijke match, dan gaan ze in quarantaine om nog eens extra verwend te worden. Bij ons was het net andersom. Wij werden tot het uiterste gedreven. Ben je niet goed genoeg, dan mag je het vergeten. In al die jaren heb ik ook op dat vlak mijn grenzen verlegd.’
Aki: ‘Mensen denken dan al snel dat je je nooit meer hoeft te bewijzen als je bij de top behoort. Maar ook als principal moet je audities blijven doen en word je afgewezen. Omdat je te klein bent. Of te schattig. Of niet vrouwelijk genoeg. Je wordt constant beoordeeld en veroordeeld. En toch moet je ten allen tijde je zelfvertrouwen behouden om te blijven presteren.’
Wim: ‘Hoe goed je bent, wordt niet bepaald door succes maar door hoe je omgaat met de minder goede momenten.
Wim: ‘Hoe goed je bent, wordt niet bepaald door succes maar door hoe je omgaat met de minder goede momenten. En of je ook dan rechtop blijft staan en de kracht hebt om aan de deur te blijven kloppen. Die gedrevenheid bepaalde ook mijn carrière.’
Als yin en yang
Wim: ‘We hebben elkaar nooit verplicht om bij Ballet Vlaanderen te blijven. Er zijn momenten geweest dat we elk onze eigen gang wilden gaan. Het was nooit ons plan om 25 jaar samen te blijven. Maar we deden het toch. Alsof we niet meer van elkaar los raakten.’
Aki: ‘Op den duur hadden we een zesde zintuig voor elkaar. Als we samen dansten, voelde ik perfect hoe Wim zich voelde. Ik kon zijn energiepeil meten. Ik absorbeerde zijn graad van nervositeit. En ik wist dat dat andersom ook zo was. Dat ging vanzelf. We hadden op den duur geen woorden meer nodig. Dit zorgde voor een magie die ik met geen enkele andere danser kon bereiken.’
Aki:We hielden elkaar in evenwicht. Letterlijk en figuurlijk. Wim had mijn lichaam vaak in zijn handen. Ik moest hem wel vertrouwen. Niemand heeft hem ooit op dat vlak geëvenaard.
Wim: ‘Maar dit betekende niet dat we nooit in elkaars haren vlogen. We hadden soms stevige ruzies. Soms praatten we een hele dag niet met elkaar. En toch namen we elkaars opmerkingen nooit persoonlijk. Mensen dachten soms dat we een koppel waren. Omdat alles zo klopte. Niet dus. We waren meer als broer en zus. ‘It’s worse than a wife, because you can’t divorce,’ zei ik soms lachend. Wat we hadden, was onvoorwaardelijk.’
Aki: ‘We hielden elkaar in evenwicht. Letterlijk en figuurlijk. Ga je als principals samen het toneel op, dan moet je volledig op elkaar kunnen rekenen. Ook op de allerkwetsbaarste momenten. Je bent moe, hebt urenlang gedanst, gesprongen en pirouettes gemaakt. En dan nog moet je het beste uit jezelf én elkaar halen. Wim had mij soms letterlijk in zijn handen. Ik moest hem wel vertrouwen. Ook op dat vlak heeft niemand hem ooit geëvenaard.’
Blik op de toekomst
Wim: ‘Na 25 jaar mijn passie gedeeld te hebben in binnen- en buitenland kwam hier enkele maanden geleden een einde aan. Ik mocht afscheid nemen met de Boléro van Béjart. De zoektocht naar een nieuwe uitdaging is zeker niet vanzelfsprekend. Als voetballer was ik nu ‘binnen’. Na een carrière als topdanser is dat niet het geval.’
Aki: ‘Ons ballet staat aan de wereldtop. Jammer dat ons land hier niet genoeg mee uitpakt. We zouden onze topdansers meer in de schijnwerpers moeten durven zetten. Dat gebeurt nog veel te weinig. Alweer die Vlaamse bescheidenheid? Misschien wel. Maar onze tennissers, voetballers en wielrenners krijgen wél die aandacht.
Ik geef nu les aan een balletschool. Zestienjarigen begeesteren om ook hun grenzen te verleggen, daar ben ik nu mee bezig. Ik was al die jaren bevoorrecht om te mogen genieten van het allermooiste vak ter wereld. Ik mocht mijn passie volgen. Mijn dankbaarheid is groot. Zo groot dat ik het bijna als mijn plicht zie om iets terug te geven. Dat kan via mijn balletlessen. Zo fijn om te doen.’
Wim: ‘Ook mijn dromen zijn nog niet op. Ik ben ervan overtuigd dat mijn jarenlange ervaring ook buiten het ballet potentieel biedt. Een adviserende rol bij een compagnie of een culturele instelling zou me zeker boeien. Zet me in op cultuur in België en ik ben een gelukkig man. Ook een eigen compagnie schrikt me niet af. Alles is mogelijk. Behalve terug achttien worden. Maar ook daar heb ik intussen vrede mee (lacht).’