Terugblik
Vorig jaar werd de blauwdruk voor deze fiscale hervorming gepubliceerd. Die blauwdruk gaf alvast een richting aan hoe het Belgische belastingstelsel er moet uitzien over tien jaar. Tijdens de begrotingsopmaak aan het einde van 2022 werd door de regering beslist om al een eerste fase van deze bredere fiscale hervorming uit te werken.
Begin maart werden de plannen rond deze ‘eerste fase van de bredere fiscale hervorming’ voorgesteld door minister Van Peteghem. Er is momenteel nog geen concreet akkoord rond dit plan, maar deze eerste fase zou wel al in werking kunnen treden vanaf 2024 en dus nog binnen de huidige legislatuur.
Mogelijke wijzigingen
Wij staan even stil bij enkele voorstellen waarover wij vragen krijgen van ondernemers & vrije beroepen.
Opbouw aanvullend pensioen
De opbouw van een aanvullend pensioen, ter aanvulling van het wettelijk pensioen, blijft mogelijk. Het aanvullend pensioen uit de tweede pensioenpijler wordt echter hervormd.
In het verlengde hiervan zal de 80 procent-regel, die de maximale stortingen in uw aanvullend pensioen vastlegt, worden opgeheven. In het huidige plan wordt een nieuw stelsel naar voren geschoven waarbij de maximale storting in het aanvullend pensioen uitgedrukt wordt als een bepaald percentage van het loon.
Na de recente wijzigingen in het kader van de opbouw d.m.v. een Individuele Pensioentoezegging (IPT), zal hier dus mogelijk opnieuw zeer aandachtig naar gekeken moeten worden.
Einde van bepaalde belastingverminderingen
Verschillende belastingverminderingen in de personenbelasting zouden vanaf 2024 uitdoven. Het langetermijnsparen is hier één van. Dit voordeel geeft u momenteel een belastingvermindering van 30% op stortingen tot maximaal EUR 2.350 (Inkomstenjaar 2023).
De kapitaalaflossingen van leningen aangegaan voor de aankoop van bijvoorbeeld tweede verblijven of opbrengsteigendommen komen onder strikte voorwaarden in aanmerking voor deze belastingvermindering van het langetermijnsparen. Deze kapitaalaflossingen zullen dus mogelijk hun fiscaal voordeel verliezen. Dit zou wel enkel gelden voor contracten afgesloten vanaf 1 januari 2024. Bestaande contracten behouden hun fiscaal voordeel.
De intrestaftrek blijft bovendien, tot dusver, ongemoeid. Een fiscaal voordeel voor een investering in onroerende goederen blijft dus wel nog mogelijk.
Hervorming van de DBI-aftrek
De DBI-aftrek (Definitief Belaste Inkomsten) houdt in dat bedrijven die in andere bedrijven investeren, onder bepaalde voorwaarden, dividenden of meerwaarden van die investeringen in mindering kunnen brengen van de eigen vennootschapsbelasting. Dit neutraliseert bijgevolg een ‘dubbele belasting’.
Het systeem van deze DBI-aftrek kan momenteel ook genoten worden bij investeringen vanuit de vennootschap in de zogenaamde DBI-BEVEK (i.e. een aandelenfonds dat voldoet aan de DBI-voorwaarden). De meerwaarden of dividenden die de vennootschap vervolgens realiseert op de investeringen in de DBI-bevek zijn grotendeels vrijgesteld vna vennootschapsbelasting.
In de huidige vorm van het plan van de minister wordt evenwel een extra voorwaarde toegevoegd, waardoor het om een duurzame investering in een onderneming moet gaan om nog van het DBI voordeel te kunnen genieten. Een loutere belegging wordt mogelijk uitgesloten.
Taks op de effectenrekeningen
Ten slotte wordt er geopperd voor een verdubbeling van de taks op de effectenrekeningen met een waarde van meer dan 1 miljoen euro. Deze taks zou stijgen van 0,15% naar 0,30%.
Het huidige plan bevat een aanzienlijke lijst met potentiële wijzigingen. Volledigheidshalve vindt u hier de huidige nota terug.
Wat brengt de toekomst?
Er komt sowieso een fiscale hervorming. Deze hervorming zal ook zonder twijfel een impact hebben.
Wanneer én in welke mate deze bredere fiscale hervorming effectief doorgevoerd zal worden, blijft nog koffiedik kijken. Dit zal afhangen van een mogelijk akkoord dat in de (nabije) toekomst gesloten wordt door de huidige of toekomstige regeringspartijen.
Wij volgen dit uiteraard op de voet en blijven jullie op de hoogte houden!