Elf jaar lang werd met man en macht gewerkt om het Koninklijk Museum van Schone Kunsten in Antwerpen (KMSKA) opnieuw voor het grote publiek open te stellen. Een lange periode van renovatie én creatie van extra tentoonstellingsruimte wordt feestelijk afgesloten op 25 september 2022. Een hoogdag voor alle liefhebbers van oude meesterwerken én moderne kunst. Ook algemeen directeur Carmen Willems kijkt met haar team uit naar de heropening. Het schoonste museum van Europa, dat is hun ambitie. Ze zijn goed op weg, is ook mijn conclusie na een uitgebreide preview.
De zalen zijn zo goed als af, de werken moet ik er nog even bij denken. En toch voel ik al na enkele minuten dat dit prachtige gebouw heel wat bezoekers versteld zal doen staan. Vooral de mix van oud en nieuw is verrassend en adembenemend mooi. Ons jarenlange geduld zal ruimschoots beloond worden. Nog heel even en ons land heeft er een parel van een museum bij. Ik maak voor het eerst kennis met de algemeen directeur. Carmen Willems is niet aan haar proefstuk toe. Ze was 21 jaar lang directeur van het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Een breed publiek warm maken voor archeologie was geen evidente opdracht. Maar toch slaagde ze erin om het museum weer op de kaart te krijgen. Meer nog, in 2011 won het de prestigieuze ‘European Museum of the Year Award’. En dit ging de museumsector duidelijk niet onopgemerkt voorbij. Niet voor niets werd ze in 2017 zakelijk directeur bij het KMSKA. Drie jaar later werd ze door de Raad van Bestuur gevraagd om algemeen directeur te worden. Niet slecht voor iemand die aanvankelijk als vreemde eend in de museale bijt beschouwd werd.
Carmen Willems: ‘Ik ben economiste van opleiding, een atypisch profiel in de museumsector. Bovendien was ik nog erg jong toen ik in het museum in Tongeren begon. Logisch dat andere museumdirecteuren vreemd opkeken toen ik plots als nieuwe directeur verscheen. Ze hadden een ervaren archeologe of kunsthistorica verwacht. En toch beet ik me als buitenbeentje vast in de museale wereld. Met alle gevolgen van dien. Ik blies samen met mijn team het museum nieuw leven in. En geleidelijk aan groeide ook de appreciatie bij de collega’s.’
Het team blijven motiveren zonder een duidelijke openingsdatum voor ogen, dat was niet evident.
Je bent nu al vijf jaar museumdirecteur van het KMSKA en nog steeds heb je geen museumbezoeker gezien. Hoe voelt dat?
Carmen Willems: ‘Toen ik begon, wist ik niet wanneer het museum open zou gaan. Ook de partners die mee in dit gigantische project wilden stappen, kon ik geen specifieke openingsdatum geven. Moeilijk om dan te onderhandelen over sponsoring. Partners willen boter bij de vis. En toch kreeg ik mooie partnerships rond. Ook voor het team was dit moeilijk. Hen blijven motiveren en klaarstomen voor zo’n grootse heropening zonder een duidelijke datum voor ogen, was niet evident. Ook zij kregen eerst de boodschap dat het museum in 2014 zou opengaan. Dan werd het 2016. Dan 2017 en 2019. De datum schoof steeds op. En dat vroeg ook van hen een enorme flexibiliteit om telkens weer de batterijen terug op te laden.’
Wat is er in de voorbije elf jaar zo allemaal gebeurd?
Carmen Willems: ‘We hebben niet stilgezeten. Zo zorgden we ervoor dat onze collectie de wereld rond reisde. We toonden onze werken in binnen- en buitenland door bruiklenen en met eigen tentoonstellingen. Het gaat om 4000 kunstwerken. Zes miljoen bezoekers hebben we hierdoor bereikt. Het museum was dan wel gesloten voor het publiek, maar de kunstwerken van het KMSKA zaten niet achter slot en grendel. Daarnaast hebben we een eigen restauratie atelier uitgebouwd. 200 werken werden met de nodige expertise gerestaureerd. En uiteraard hebben we alles op alles gezet om met ons team de presentatie van de nieuwe collectie klaar te stomen. Er is best wel veel werk verzet de voorbije jaren. En nu zitten we in de laatste maanden van onze zwangerschap, zeg maar. Je kijkt er heel lang naar uit en dan ineens komt het snel dichterbij. Spannend.’
Er is niet alleen de collectie. Ook het gebouw an sich onderging een metamorfose. Wat kunnen we op dat vlak verwachten?
Carmen Willems: ‘Voordat we aan de werken begonnen, was het gebouw in slechte staat. Volkomen logisch na 120 jaar. Renovatie was een noodzaak. Bovendien was er omwille van plaatsgebrek ook nood aan uitbreiding. De architecte Dikkie Scipio van KAAN Architecten kreeg deze opdracht. Ze creëerde 40% meer expositieruimte. Niet door extra vleugels aan te bouwen maar door de vier patio’s of binnenkoeren van het bestaande gebouw om te bouwen tot een museumvolume met tien nieuwe zalen. Een moderne doos werd geschoven in de bestaande negentiende eeuwse structuur van het gebouw. Zo verbond ze oud en nieuw naadloos met elkaar. Dit originele concept neemt je als bezoeker mee op een avontuurlijke reis langs twee werelden. In de historische zalen krijg je kunst te zien die gemaakt werd voor 1880, in het moderne gedeelte geniet je van James Ensor en kunst van na 1880.
De tijd teisterde ook de buitenzijde van het museum. De gevels verzonken in dof grijs. Na een minutieuze restauratie herwonnen de gevels opnieuw hun bedoelde schakeringen van roze, oranje, grijs en blauw. Bovenaan de grote toegangstrap is het grootste kunstmozaïek van België gelegd. Het mozaïek werd ontworpen door kunstenares Marie Zolamian. Het mozaïekatelier Mosaico di Due creëerde een puzzel van 76 m² bestaande uit 600 000 steentjes.’
Zoveel meer tentoonstellingsruimte betekent ook meer mogelijkheden?
Carmen Willems: ‘Absoluut. Het geeft ons inderdaad de mogelijkheid om in de toekomst veel verder te experimenteren dan dat we ooit hebben gedaan. Zo zal onze vaste collectie helemaal niet meer zo vast zijn. Dit gebouw nodigt uit om te gaan werken met collectiemobiliteit. Zeker in het moderne gedeelte is daar de ruimte voor. Dus gaan we dat ook doen.’
Dat geeft de bezoeker in elk geval een reden om nog eens terug te komen.
Carmen Willems: ‘Dat is ook onze bedoeling. Bezoekers kunnen terugkomen en telkens nieuwe dingen zien en ontdekken. Een museum als het KMSKA triggert tot herhaalbezoek. Je kan het museum ook nooit in zijn totaliteit tijdens één bezoek gezien hebben. Fijn als kunstliefhebbers in de diepte willen gaan en bijgevolg enkele keren terugkomen. Maar je hebt ook mensen die last hebben van FOMO. Ze zijn bang om iets te missen bij hun eerste en misschien wel enige bezoek. Deze mensen willen we bij de hand nemen en een highlight tour aanbieden waarbij ze een wandeling door het museum doen en kennismaken met 25 van onze absolute meesterwerken. Voor mensen die maar één keer kunnen langskomen omdat ze niet in de buurt wonen, zal dit toch een gevoel van voldoening geven. Maar we willen daarnaast zeker ook mensen stimuleren om af en toe te komen verdwalen in het museum. Bij elk bezoek één zaal bekijken, dat kan ook.’
Wat je emotioneert, neem je mee. Daar willen we op inzetten. In alles wat we doen, willen we een positieve emotie opwekken die iets met de mensen doet.
Wat zal het KMSKA onderscheiden van heel wat andere musea in Europa?
Carmen Willems: ‘We zetten heel erg in op beleving. Beleving in heel brede zin. Vanop afstand kijken naar en genieten van een bepaald kunstwerk, dat kan uiteraard. Maar wij gaan verder dan dat. We willen de drempel laag houden door te verwonderen, verrijken en verbinden. Nieuwe dingen ontdekken en zo verwonderd zijn dat je dit ook wil delen met anderen. We willen mensen op deze manier met elkaar verbinden. Na het bezoek maar ook ter plaatse in de museumzaal. En we willen mensen rijker maken. Als je als museum niet de doelstelling hebt om mensen iets bij te brengen, dan vraag ik me oprecht af of je dan nog wel een museum bent. En dan heb ik het niet over pure feiten willen meegeven. Verrijken betekent voor mij eerder de maatschappij van nu beter begrijpen door de verhalen die in ons museum verteld worden. Rijker worden door al die schoonheid of lelijkheid, door de blijdschap en tristesse. Er zitten zoveel emotionele lagen in een kunstwerk. Wat je emotioneert, neem je ook mee. Daar willen we heel erg op inzetten. Niet voor niets is onze baseline ‘het schoonste gevoel’ en de slogan van onze campagne: ‘hier delen we schoonheid’. In alles wat we organiseren, doen of uitstralen schemert dat schoonste gevoel door: een positieve emotie die iets met de mensen doet.’
Een museum van dit kaliber draaiende blijven houden, daarvoor zijn middelen nodig. Ook ondernemers kunnen hierin een rol spelen. Hoe belangrijk zijn die ondernemers voor het KMSKA?
Carmen Willems: ‘Voor een museum is het belangrijk om met de hele maatschappij te connecteren. We willen het brede publiek bereiken waarin ondernemers een belangrijke doelgroep zijn. Ik ben ervan overtuigd dat kunst voor een ondernemer een mooie aanvulling kan zijn in hun mentaal welzijn. Maar er is meer. Ondernemers krijgen hier ook een mooi forum om activiteiten te organiseren voor hun bedrijf, relaties en klanten. Het is een uitgelezen plek om met hun toprelaties, ook internationaal, naar de meesterwerken van onze Vlaamse meesters te komen kijken. We bieden eveneens de mogelijkheid om hier te netwerken. Zo stellen we enkele zalen hiervoor ter beschikking. Dit is een meerwaarde voor de ondernemers zelf, maar ook voor ons. Wij zijn voor onze publiekswerking helemaal zelfbedruipend. Waar halen we de middelen? Ticketverkoop uiteraard. Maar ook onze partnerships met ondernemingen spelen hierin een belangrijke rol. En dan gaat het niet zomaar om sponsorbedragen. We willen deze partnerships ook echt samen met de onderneming uitwerken in functie van wat het bedrijf interessant vindt. Ook op deze manier kunnen we zoveel mogelijk mensen binnen het netwerk van die ondernemer laten participeren aan kunst in het museum. We willen vooral bouwen aan duurzame relaties met die ondernemingen. Net zoals met Bank Van Breda die ons de komende drie jaar zal ondersteunen. We merken echt dat niet alleen het publiek maar ook de ondernemerswereld gelooft in het potentieel van het KMSKA. Ondernemers blijken erg gevoelig voor onze ambitie om het museum internationaal te positioneren. Ze beseffen dat we daarvoor hulp nodig hebben.’
Wat is jouw ultieme ambitie als museumdirecteur?
Carmen Willems: ‘Ik zal pas echt tevreden zijn als ik merk dat onze bezoekers een afspiegeling zijn van de mensen die we op straat zien lopen. Als museum heb je de taak om daar op z’n minst naar te streven, vind ik. Betekent dit dat we de klassieke museumbezoeker vergeten? Zeker niet. Het gaat vooral om ook hierin het juiste evenwicht zien te vinden. Verder hoop ik echt verwondering op het gezicht van de bezoekers te lezen. Ik zal me vaak tussen de bezoekers begeven om te kijken hoe ze reageren. Als de evaluatie van wat ze zien en voelen ook nog eens positief is, dan zijn we in onze missie geslaagd en zal ik opnieuw iets rustiger slapen.’