Genieten van de eenvoudige dingen in het leven, dat was de ambitie van huisarts Thierry Boedt toen hij twee jaar geleden besloot om een punt achter zijn carrière te zetten. Met een gemengd gevoel liet hij zijn patiënten achter in de handen van andere bekwame huisartsen. Hij keek uit naar de tijd die vrij zou komen om leuke dingen te doen, maar liet zijn patiënten liever niet in de steek. Dankzij hun warme reacties bereidde hij toch met een gerust gemoed het einde van zijn carrière zorgvuldig voor.
‘Ik heb tijdens mijn studies lang geaarzeld: ga ik voor een opleiding tot huisarts of pediater? Ik houd enorm van kinderen, dus lag optie twee voor de hand. Maar het feit dat ik me dan zou moeten binden aan een ziekenhuis of vaste spreekkamer hield me tegen. Een huisartsenpraktijk daarentegen zou me dwingen om ook naar buiten te gaan en patiënten thuis te bezoeken. Toen ik begon, ging je als huisarts nog bij de patiënt langs om de diagnose te stellen. Net dat persoonlijke contact deed me uiteindelijk overstag gaan.
De eerste duopraktijk
Ik begon in 1977 als huisarts. De militaire dienstplicht bestond toen nog. Omdat ik bang was dat ik me zou vervelen in de kazerne, trok ik als militaire arts naar het buitenland. Bij mijn terugkeer vestigde ik me in een klein industriedorp in de buurt van Doornik. Ik kende er niets of niemand, met een trage start als gevolg. Ik werkte keihard om de eindjes toch aan elkaar te kunnen knopen. Op mijn vijftigste voelde ik me eerder een slachtoffer dan een beoefenaar van de geneeskunde. Een burn-out lonkte.
Het plan om samen te werken met een jonge collega kreeg bijgevolg steeds meer vorm. Ik ging op zoek naar een assistent die uiteindelijk ook huisarts werd. We werden de eerste duopraktijk van het dorp en werkten vele jaren samen.
Ik had mijn vrouw beloofd om niet met een stethoscoop om mijn nek te sterven. Deze belofte sterkte me nog meer om de nodige stappen te ondernemen zodat ik vrij en ontspannen op pensioen kon om samen van het leven te kunnen genieten.
Onterecht schuldgevoel
Ik besloot in februari 2020 om mijn patiënten te vertellen dat ik over zes maanden zou stoppen met werken. Het nieuws verspreidde zich in een mum van tijd door het dorp. Ik voelde me toen vooral schuldig. Ik had het gevoel dat ik mijn patiënten in de steek liet. Maar ze reageerden meteen begripvol en warm.
Net in die periode stak de eerste coronagolf de kop op. Als huisarts moest je het maar zien te redden. Zonder masker, zonder uitrusting en met ingewikkelde protocollen die dagelijks via het internet binnenkwamen en waar je je moest aan houden. Maar ik ging door, ook met mijn huisbezoeken. En wonder boven wonder: ik bleef coronavrij.
Ik koester nog steeds de berichtjes die ik tijdens die laatste maanden als huisarts van mijn patiënten kreeg. Ik was blij dat ik hen ruim op voorhand had ingelicht. Ze waren voorbereid op mijn vertrek. Ik stuurde hun dossiers netjes door naar mijn collega of een andere huisarts naar hun keuze. Dat stelde hen én mij gerust.
Genieten van de kleine gelukjes
Op pensioen gaan, doe je niet zomaar van de ene dag op de andere. Een goede voorbereiding is meer dan het halve werk. Dat is zeker zo voor artsen. We werken zo hard dat er vaak veel te weinig tijd genomen wordt om deze grote stap goed voor te bereiden. Zoek op tijd een hobby, zorg ervoor dat je ook na je pensioen iets om handen hebt. Probeer in de laatste jaren van uw carrière al tijd vrij te maken om te genieten en ontspannen. Wacht niet tot die allerlaatste dag.
Sinds mijn pensioen streef ik ernaar om elke dag een kleine droom te laten uitkomen. Zo doe ik nu vaak aan vrijwilligerswerk. Ik help bij de medische kring van Doornik met testen en inentingen. En ik spring als huisarts bij in een vluchtelingencentrum van Doornik. Zo fijn om nog steeds als arts te kunnen helpen, zonder de financiële stress en druk.
Ik woon ook nog steeds in hetzelfde dorp. Als ik er fiets, zie ik vaak mijn patiënten van toen terug. En dan doen we een babbeltje en fiets ik met een warm gevoel terug naar huis. Ik vind het ook heerlijk om met mijn kleinkinderen bezig te zijn. Of om on de tuin te werken. Mijn vrouw en ik hebben geen grote plannen of een uitgebreide bucket list. We proberen vooral van de kleine gelukjes te genieten. En ik moet zeggen, het gaat ons goed af.’