Fotograaf: Inge Wachtelaer
De coronacrisis bleek een enorme uitdaging voor ons welzijn en functioneren. De energiecrisis geeft sommigen onder ons opnieuw een opdoffer. Alsof we de trappers voor een tweede keer verliezen. Elke Van Hoof is een autoriteit op het vlak van onderzoek naar stress, trauma en burn-out. Haar privépraktijk groeide uit tot het Huis voor Veerkracht, nu omgetuned tot Oh My People. Elke doceert gezondheids- en eerstelijnspsychologie aan de Vrije Universiteit Brussel. Van maart 2020 tot juni 2022 was ze voorzitter van de werkgroep rond de psychosociale impact van COVID-19 binnen de Hoge Gezondheidsraad. Opnieuw kloppen nu ook heel wat ondernemers en vrije beroepen bij haar aan die nood hebben aan begeleiding en advies in deze onzekere tijden en hun veerkracht een boost willen geven.
Wat is veerkracht precies?
Elke Van Hoof: ‘Het vermogen om terug te veren na een tegenslag, dat is de basisdefinitie. Maar vandaag dekt dit de lading niet meer helemaal. Want we kunnen ook stress zonder tegenslag hebben. Veerkracht is een containerbegrip geworden voor alles wat we doen als reactie op een gevoel van stress. Een beter woord is aanpassingsvermogen. Je voelt je veerkrachtig als gevolg van een goed getraind aanpassingsvermogen. Dit maakt het meteen ook veel tastbaarder voor heel wat mensen. Hoe gemakkelijk pas je je aan nieuwe situaties aan? We weten dat redelijk goed van onszelf. Zeer gemakkelijk, minder gemakkelijk of niet. ‘Hoe veerkrachtig ben je?’ blijkt veel moeilijker te beantwoorden.’
Hoe kunnen we dan ons aanpassingsvermogen trainen?
Elke Van Hoof: ‘Het gevoel van veerkracht, dat heb je of dat heb je niet. Het aanpassingsvermogen kan je inderdaad trainen. Dat zien we heel duidelijk in de sportwereld. We weten dat topsporters hun aanpassingsvermogen trainen door het elke dag 1% beter te doen dan de dag voorheen. Het gaat niet om grootse veranderingen, wel om kleine aanpassingen die je op lange termijn kan blijven volhouden.
Als ik vandaag mensen over de vloer krijg die moeite hebben om veerkrachtig in het leven te staan, dan is dat vaak omdat ze te veel tegelijkertijd willen veranderen. Dat houden ze niet vol. Net daarom is het beter om voor de 1%-verbetering van de dag te gaan. En dan ook elke dag te evalueren: Wat ging er goed? Wat ging er minder goed? Hoe kan ik morgen één stapje beter doen? Wat zijn de drie belangrijkste zaken die ik morgen zou willen afvinken? Dit vraagt niet meer dan tien minuten. Maar uit ervaring weet ik dat dit de beste training voor het aanpassingsvermogen is.
We hebben die training meer dan ooit nodig. We leven als het ware in de ‘eeuw van de aanpassing’. Ons gedrag omwille van een wereldwijd virus aanpassen, dat is één ding. Maar die aanpassing staat al sinds de technologische evolutie centraal. We moesten ons ook aanpassen aan nieuwe technologische snufjes. Of aan de versnelling van het dagelijks leven. En dit terwijl we als mens bijzonder behoudsgezind zijn. We leven het liefst in een wereld die controleerbaar en voorspelbaar is.’
We focussen ons tijdens deze training vooral op zaken die we zelf in de hand hebben. Maar wat ons vandaag overkomt, daar hebben we zelf geen enkele greep op. Wat doen we daar dan mee?
Elke Van Hoof: ‘Dat is waar. We worden overspoeld door gebeurtenissen waar we geen controle over hebben. Ofwel laat je dit gebeuren, onderneem je niets en ga je kopje onder. Ofwel blijf je je ook dan focussen op de dingen die je wél zelf kan controleren. Deze discipline moeten we onszelf in tijden van crisis meer dan ooit opleggen.
Ook ik word als zelfstandig ondernemer geconfronteerd met een snel veranderende wereld. Ik heb een kleine KMO die goed draait. Maar ik word ook soms badend in het zweet wakker, net als heel wat andere ondernemers. Wat met die loonindex van 12,5 procent bijvoorbeeld? Dit hebben we niet in de hand. Dus heeft het geen zin om me daarop te focussen. Het zal me meer opbrengen als ik me concentreer op wat ik wél kan doen om de targets te halen. Om een aangepast businessplan uit te rollen. En voor de zaken die ik niet in de hand heb, op zoek te gaan naar anderen die me daarbij kunnen helpen. Mijn sociaal secretariaat bijvoorbeeld. Hoe kan ik het loonpakket van mijn medewerkers zodanig aanpassen dat de loonindex minder impact heeft? Zij kunnen me daarbij helpen. Of ik klop aan bij mijn sectorfonds om meer zicht te krijgen op de grote trends binnen mijn sector in deze crisistijden.
Ik heb mijn persoonlijke circle of trust samengesteld. Vijf mensen met meer kennis van zaken op bepaalde vlakken dan ik. Ik nodig hen één keer per maand uit om mijn hoofd helder te houden. Zo blijf ik alert en voel ik dat ik niet stil blijf staan. Dat is essentieel voor het brein. Het proces is vaak belangrijker dan het resultaat.’
Elke crisis zou opportuniteiten bieden. Welke kansen brengen de huidige crisissen met zich mee?
Elke Van Hoof: ‘Innovatie en vernieuwing. Zowel in de zorg als in de ruimere KMO-wereld hebben velen zich noodgedwongen moeten heruitvinden. Maar meer nog, ze hebben bovendien ervaren dat ze daartoe in staat zijn. Zelfs op heel korte tijd.
We hebben met z’n allen ondervonden dat ons aanpassingsvermogen waanzinnig groot is. We hebben een uitzonderlijk creatief brein. We lossen het op. One way or another. Daar moeten we vooral vertrouwen in hebben. We kunnen veel meer dan dat we dachten. Dit is zonder twijfel een positieve evolutie.
Daarnaast verplichten crisissen ons om terug te grijpen naar de essentie. Ook bedrijven en vrije beroepen. Wat is de essentie van mijn beroep? Waarin wil ik het verschil maken? Net die essentie wordt het anker of de vuurtoren die we ook de komende jaren nodig zullen hebben om staande te blijven tijdens de onverwachte golven die op ons af zullen komen.’
Stress kan alleen maar in ons voordeel werken wanneer we onszelf na een inspanning voldoende hersteltijd gunnen. En daar knelt vaak het schoentje. We bouwen niet meer voldoende hersteltijd in.
Elke crisis brengt ook stress met zich mee. Maar stress is niet per se slecht, zegt u vaak. Het is zelfs een beetje uw motto geworden, niet?
Elke Van Hoof: ‘Dat is gewoon de wetenschap en de natuur. We hebben stress nodig om vooruit te gaan. Als we geen stress ervaren, leren we niets nieuws en worden we niet geprikkeld. We gaan niet op zoek naar nieuwe ervaringen. Ons brein bouwt zich niet uit. Sterker nog: zonder stress worden we hersendood. No stress, dat is niet iets wat je mensen moet wensen. Maar dan wel op één voorwaarde: stress kan alleen maar in ons voordeel werken wanneer we na een uitzonderlijke inspanning voldoende hersteltijd gaan inbouwen. En daar knelt heel vaak het schoentje. We bouwen onvoldoende hersteltijd in.’
Ons lichaam is niet gemaakt voor een marathon die nooit stopt, wel om af en toe sprintjes te trekken.
Hadden we na de coronapiek voldoende hersteltijd om de energiecrisis aan te kunnen?
Elke Van Hoof: ‘Absoluut niet. We hadden geen hersteltijd. En we weten nu al dat dit de komende jaren zo zal blijven. We gaan een chronische crisistijd tegemoet. Dus zijn we onszelf verplicht om dat rustpunt zelf in te bouwen. Door onze targets aan te passen bijvoorbeeld. We moeten zelf voorkomen dat we niet bij elke crisis gaan verkrampen. Net zoals onze topsporters. Remco Evenepoel kan niet elke dag winnen. Ook hij werkt naar een piek toe en bouwt dan weldoordacht enkele weken in waarin hij zo goed als niets doet. Ook op werkvlak is dat zo. Als bedrijf moet je je mensen de ruimte geven om te presteren en de beste versie van zichzelf te zijn, maar diezelfde medewerkers ook de kans geven om voor zichzelf te zorgen en af en toe wat gas terug te nemen. Alleen dan kunnen ze topprestaties blijven neerzetten.
Ons lichaam is niet gemaakt voor een marathon die nooit stopt. De mens is gemaakt om sprintjes te trekken, niet om die sprintjes maanden of jaren vol te houden. We kunnen dat proberen, maar op een gegeven moment krijgen we onverbiddelijk de rekening gepresenteerd.’
Mooie dingen komen vaak voort uit donkere tijden. We veranderen pas ons gedrag als het voldoende pijn doet.
Hoe zal de coronacrisis onze geschiedenisboeken ingaan, denkt u?
Elke Van Hoof: ‘Als het grootse veerkracht-experiment ooit. Een mijlpaal waarin mentaal welzijn essentieel is geworden en waarin we hebben geleerd hoe belangrijk samenhorigheid is. We hebben te lang de mensen die zich niet goed in hun vel voelen in een hoekje geduwd. Het was vijf na twaalf. Een crisis van dergelijk kaliber brengt vaak zaken naar boven die al sluimerden onder de watergrens.
Hoog tijd om ruimte te maken voor sensibilisering op dat vlak en in te zetten op zelfredzaamheid en samen bouwen aan die veerkracht. Thuis en op het werk. De coronacrisis heeft de samenleving daar alvast alerter voor gemaakt.
Net als elke grote breuklijn in de geschiedenis, zullen ook uit deze crisissen mooie dingen ontstaan. De mooiste dingen komen vaak voort uit donkere tijden. We worden pas wakker geschud en veranderen pas ons gedrag als het voldoende pijn doet.’
Merk je vandaag ook in je praktijk extra stress omwille van de energiecrisis?
Elke Van Hoof: ‘Absoluut. Ik voel het zo fel dat mensen die langdurig afwezig zijn op hun werk plots vroeger willen terugkeren naar de werkvloer omwille van de financiële gevolgen van de crisis. Ze zijn er absoluut nog niet klaar voor, maar kunnen het loonverlies niet meer dragen. Dus gaan ze te snel terug aan de slag.
Financiële zekerheid is één van de belangrijkste factoren voor welzijn. Is die zekerheid er niet en zorgt dat voor extra stress, dan moeten ook wij daar als psycholoog op ingaan. Ik ben nu vaker dan vroeger bezig met money management. Ook wij passen onze aanpak aan, net omwille van de crisis.’
Count your blessings in tijden van crisis. Focus je op wat er wel nog is. Leer te genieten van kleine momenten waarin je de nodige rust vindt.
Onze kinderen groeien als het ware op in tijden van crisis. Wat doet dat met hun veerkracht? In hoeverre kunnen we hen daar als ouder in begeleiden?
Elke Van Hoof: ‘Ik maak me daar niet zo echt veel zorgen over. Meer nog, ik heb het gevoel dat onze kinderen het veel beter doen dan wij. Neem nu de jongeren die de arbeidsmarkt opgaan. Zij zijn minder bezig met gewin, maar wegen voortdurend af wat ze wel en niet willen. Ze zorgen op dat vlak een pak beter voor zichzelf. Ze zetten ook meer in op duurzaamheid.
De jongeren van vandaag verteren een crisis net om dit reden een pak gemakkelijker. De 40- tot 55-plussers daarentegen hebben het moeilijker. Wij zijn opgegroeid in de golden age. We zijn de offspring van de babyboomers. We hebben nooit oorlog gekend. De sky was de limiet. We groeiden op in een veilige en stabiele wereld. En nu moeten we daar plots afstand van nemen. Jongeren aanvaarden hoe het is en proberen daar het beste van te maken. Wij vechten om vast te houden wat we verliezen. Dat is een wereld van verschil. En toch blijft mijn geloof in ons aanpassingsvermogen me influisteren dat alles uiteindelijk goed komt.
Count your blessings, dat is mijn ultieme tip in tijden van crisis. Focus je elke dag opnieuw op wat er wel is en leer dit ook aan je kinderen. Leer hen te genieten van kleine momenten waarin ze rust vinden. Dat zullen ook in de toekomst onze noodzakelijke ademruimtes zijn, tussen de crisissen door.’
Vorig jaar moest u ook zelf na een operatie op zoek naar uw veerkracht en een beroep doen op uw aanpassingsvermogen. Hoe kijkt u daarop terug?
Elke Van Hoof: ‘Ik werd inderdaad plots geconfronteerd met een gril van de natuur waardoor mijn energiehuishouding en hart niet meer werkten zoals het hoorde. Mijn plannen werd van de ene dag op de andere doorkruist. Ik kon op een moment niets meer. Ik kon niet meer lopen, roeien, wandelen. Voor mij was dat in de zomer een hel. Maar ook ik heb me gelukkig snel kunnen focussen op wat ik wel nog kon. Spelletjes spelen met de kinderen, vrienden terug ontmoeten, boeken lezen. Ik genoot daar ook echt van.
Het gaat vaak over de beste versie van jezelf zijn, ook in moeilijke momenten. Een andere versie misschien, maar even goed. Het werd uiteindelijk een topzomer. Net dat wil ik mensen aanleren. Het kunnen ombuigen van moeilijke momenten naar iets werkbaars. Als je dat kan, dan word je vanzelf veerkrachtig en kan je om het even welke crisis beter aan.’