Welke vragen roept het nieuwe regeerakkoord bij u op?

Er zijn vandaag nog erg veel onduidelijkheden. Het regeerakkoord is vaag en het is wachten op de wetteksten voor meer duidelijkheid. Logisch dat dit regeerakkoord ook bij u flink wat vragen oproept. Dat hoorden we ook tijdens onze recente webinars. Om welke vragen gaat het dan precies?

• Hoe zit het met mijn gemengd beleggingsfonds waarvan de beheerder achterliggend de aandelen en obligaties koopt en verkoopt? Moet ik de achterliggende meerwaardes en eventuele minwaardes zelf bijhouden?

U hoeft zich hierover geen zorgen te maken. De solidariteitsbijdrage is niet van toepassing op deze handelingen die in het fonds (in feite een vennootschap) gebeuren. Deze bijdrage geldt alleen voor de natuurlijke persoon-genieter hiervan. Dus u zal eventueel wel een solidariteitsbijdrage moeten betalen wanneer u uw beleggingsfonds met meerwaarde kan verkopen in de toekomst.

Het regeerakkoord spreekt verder enkel van toekomstige meerwaarden gerealiseerd vanaf de effectieve invoering van deze solidariteitsbijdrage. Wat het ijkpunt zal zijn voor de berekening van de meerwaarde is vandaag nog niet duidelijk.

• Is het een goede strategie om mijn beleggingsfonds steeds te verkopen juist voordat ik 10.000 euro meerwaarde heb om zo telkens te genieten van de voetvrijstelling van 10.000 euro? En dan opnieuw te kopen?

Niet meteen. U moet rekening houden dat men de meerwaarde die u realiseert zal bekijken op jaarbasis, per kalenderjaar. Als u in één kalenderjaar bij 2 verkooptransacties 2 x 9.000 euro meerwaarde realiseert, is dit geen vrijgeleide. U realiseerde een totale meerwaarde van 18.000 euro en zal genieten van de voetvrijstelling van 10.000 euro, maar op de overige 8.000 euro zal u 10% solidariteitsbijdrage betalen.

• Wat dan met de gerealiseerde meerwaarde bij een verkoop van de aandelen van uw familiale vennootschap: uw apotheek of uw KMO?

Bij de verkoop van een aanmerkelijk belang (>20% volgens de regeerverklaring) geniet u van een vrijstelling op de eerste schijf van 1.000.000 euro aan gerealiseerde meerwaarde. Meerwaarde dus niet de verkoopprijs. Is de meerwaarde hoger, dan zal u meerwaardebelasting betalen volgens een getrapt systeem. Pas boven de 10.000.000 euro meerwaarde betaalt u de volle 10% solidariteitsbelasting.

Hoe de meerwaarde zal berekend worden? Wat het ijkpunt voor de startwaarde zal zijn, is op vandaag nog niet duidelijk. De aandelen van een vennootschap kunnen op verschillende manieren gewaardeerd worden. De meest courante methodes zijn vandaag: de substantiële methode, EBITDA, en de DCF-methode.

Wie die waardering zal doen is vandaag ook nog niet duidelijk. Zal u zelf moeten (laten) waarderen of komt de overheid hierin tussen? Daar hebben we nog geen klare kijk op.

• Betekent de solidareitsbijdrage ten slotte dat u ook uw vastgoed dient te verkopen voordat de nieuwe regeling van toepassing wordt?

Dit is niet aan de orde. De nieuwe regeling betreft enkel financiële activa. Er bestaat bovendien al een meerwaardebelasting op vastgoed in bepaalde situaties ( snelle verkoop, speculatie...).

Wat betreft de belastbaarheid van (inkomen uit) een tweede woning zijn er momenteel nog geen aanpassingen bekend. Het verschil tussen particuliere en professionele verhuur blijft dus behouden.

Echter zou de federale intrestaftrek voor leningen aangegaan inzake de niet-eigen woning wel afgeschaft worden: de intresten die u betaalt, zou u niet meer mogen afzetten tegen het onroerende inkomen die u moet aangeven in uw personenbelasting.

Er zou ook geen sprake zijn van een uitdoofscenario als we de begrotingstabellen goed interpreteren. Het voordeel zou dus wegvallen voor zowel bestaande als nieuwe leningen.

Dit zou evenwel nog kunnen leiden tot een juridische discussie omtrent het retro-actief invoeren van een nieuwe wetgeving. Wordt vervolgd.

• Welk loon moet ik mij vanaf 2025 uitkeren om te genieten van het KMO-tarief?

Het regeerakkoord spreekt van een verhoging van de minimale bruto bezoldiging voor de toepassing van het KMO-tarief van 45.000 naar 50.000 euro. Dit bedrag zou ook jaarlijks geïndexeerd worden. Daarvan zou bovendien ook maximaal 20% mogen bestaan uit voordelen in natura.

Dit zou van toepassing zijn voor de verrekening van de roerende voorheffing met de vennootschapsbelasting i.k.v. een DBI bevek en het KMO-tarief van 20% vennootschapsbelasting op de eerste 100.000 euro belastbare winst.

• Hoe zit het met de fiscaliteit van hybride wagens?

Wie nu al een hybride wagen heeft, heeft volgens de huidige wetgeving recht op een kostenaftrek van 75% die bovendien gradueel zal afnemen in de loop der jaren.

In het nieuwe regeerakkoord staat echter dat deze hogere aftrek van 75% behouden zal blijven gedurende de volledige gebruiksduur. Voor zeer groene hybride wagens kan de aftrek zelfs hoger liggen op basis van de effectieve uitstoot van de wagen in kwestie.

De vraag is of deze verhoogde aftrek al in 2025 kan worden toegepast of pas van zodra de nieuwe regels van kracht worden via wetgevend ingrijpen?

Kan ik de reserves van mijn IPT nog gebruiken voor de aankoop, verbouwing van een opbrengstwoning, vakantiewoning...?

Volgens het regeerakkoord zal dit enkel nog mogelijk zijn voor investeringen in de enige en eigen woning (uw gezinswoning).

Hier stelde men zich ook de terechte vraag of u uw bestaande IPT kan bevoorschotten voor de verbouwingen aan uw nieuwe toekomstige gezinswoning, terwijl u nog uw oude gezinswoning bezit. Zal dit toegestaan zijn naar analogie van het causaal verband inzake registratierechten waarbij men een ‘overgangsperiode’ toelaat van twee tot drie jaar voor zogenaamd verhinderend bezit? Ook zal het wachten zijn op verduidelijkende regelgeving.