Wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar sinds 1 januari 2025

De wettelijke pensioenleeftijd geleidelijk aan optrekken was een beslissing van de regering-Michel (2014-2018), maar de gevolgen worden nu pas concreet.

Bij de uitkering van uw IPT betaalt u, naast een RIZIV-bijdrage (3,55%) en een solidariteitsbijdrage (meestal 2%), ook belastingen tegen een tarief dat varieert van 10 tot 20% (plus gemeentebelastingen).

U geniet van een gunstige taxatie van 10% op voorwaarde dat u tot uw 65ste bleef werken. Maar nu de wettelijke pensioenleeftijd stijgt naar 66 jaar, zal u enkel van dit gunstige tarief kunnen genieten als u tot uw 66 jaar beroepsmatig actief blijft. U zult dus langer moeten werken om dit belastingvoordeel te behouden, tenzij u al een loopbaan van 45 jaar hebt afgerond.

Wat betekent ‘beroepsmatig actief blijven’ voor onze regering? U blijft als zelfstandige of bedrijfsleider beroepsmatig actief als u tot uw vereiste pensioenleeftijd en ook minstens de drie voorafgaande jaren aangesloten was bij een zelfstandig verzekeringsfonds voor zelfstandigen en tijdens die periode de verplicht verschuldigde sociale bijdragen hebt betaald,

Wilt u vroeger dan uw wettelijke pensioenleeftijd op pensioen, dan moet u rekening houden met een duurdere eindtaxatie.

Op pensioen vanaf 60 jaar:                  eindtaxatie 20%

Op pensioen vanaf 61 jaar:                  eindtaxatie 18%

Op pensioen tussen 62 en 65 jaar:  eindtaxatie 16,5%

(Vanaf 2030 wordt de leeftijd van 65 in dit laatste geval opgetrokken naar 66.)

Het kapitaal van deze pensioenverzekeringen wordt belast volgens een stelsel van fictieve rente. Hierdoor wordt er gedurende 10 tot 13 jaar een bedrag van maximaal 5% van het totale kapitaal aangegeven als ‘fictieve’ inkomsten en wordt dit bedrag belast in de personenbelasting.

Blijft u werken tot de wettelijke pensioenleeftijd of bij een loopbaan van 45 jaar, dan wordt deze fictieve rente berekend op 80% van het pensioenkapitaal in plaats van op het volledige bedrag, en dat slechts 10 jaar lang in plaats van 13 jaar.

In principe hoeft u het reglement van uw IPT/VAPZ/RIZIV-contracten niet meteen aan te passen aan de gewijzigde pensioenleeftijd. Als op de eindvervaldag van een pensioenverzekering de begunstigde nog niet met pensioen is, wordt er niet uitgekeerd. De polis blijft gewoon van kracht en wordt door de verzekeraar automatisch verlengd. Weliswaar kan er dan eventueel een aanpassing zijn van de gewaarborgde rente als de gelden belegd worden in een tak21-beleggingsverzekeringscontract.