Nieuw vennootschapsrecht: geen wettelijk vastgelegd minimumkapitaal
Het nieuwe vennootschapsrecht vereist niet langer dat bepaalde vennootschappen (Lees: “Persoonsvennootschappen” zoals een BV of CV) over een minimumkapitaal beschikken.
Voorheen was dit wel het geval. Vennootschappen kwamen dan ook slechts in aanmerking voor het VVPR-bis regime indien zij voldeden aan deze minimale kapitaalvereiste. Dit kapitaal moest bovendien volstort zijn op moment van een eerste VVPR-bis uitkering.
Sinds de invoering van het nieuwe vennootschapsrecht hebben bepaalde, bestaande vennootschappen, waarvan het kapitaal gedeeltelijk volstort was, te goeder trouw hun kapitaal niet volledig volstort of verminderd tot bijvoorbeeld één symbolische euro door middel van een vrijstelling van volstorting. In het nieuwe wetboek van vennootschappen werd de kapitaalvereiste voor de toepassing van het VVPR-bis regime namelijk afgeschaft en kon men dus in principe nog genieten van het VVPR-bis regime.
Wetgeving van eerder dit jaar verstrengde echter de toepassingsvoorwaarden en verduidelijkte dat de initiële inbreng steeds volstort dient te zijn vooraleer men kan genieten van het VVPR-bis regime voor dividenduitkeringen vanaf 01/01/2022.
Volstortingsplicht initiële inbreng vóór 31/12/2022
Aandelen waarvoor de techniek van de vrijstelling van de volstortingsplicht toegepast werd, kunnen vanaf 2022 dus niet langer genieten van het VVPR-bis regime.
Er geldt evenwel een regularisatiemogelijkheid voor vennootschappen die zo’n vrijstelling van de volstortingsplicht toegepast hebben in de periode tussen 01/05/2019 en 15/12/2021.
Deze vennootschappen komen nog in aanmerking voor het VVPR-bis regime indien zij een kapitaalverhoging doorvoeren tot het initiële niveau van de inbreng voor 31/12/2022.
Gebeurt dit niet dan gaat de toepassing van het VVPR-regime onherroepelijk verloren.
Verlies uw voordelen niet
De experten van Van Breda Advisory staan steeds tot uw beschikking.