‘Het akkoord staat bol van goede bedoelingen en de continuïteit is verzekerd. Dat is positief. Maar ik mis wel ambitie en goesting en de sense of urgency om echt structureel in te grijpen.’
Wat is de impact van het nieuwe regeerakkoord op onze gezondheidszorg? Wat betekent dit akkoord concreet voor mensen die in deze sector werkzaam zijn? Bank Van Breda The SQUARE vraagt het Marc Noppen, voormalig CEO van UZ Brussel en Ortwin Boone, sectorverantwoordelijke vrije beroepen bij Bank Van Breda op een prachtige locatie in de Zoo van antwerpen.

Mag onze gezondheidszorg blij zijn met onze nieuwe regering De Wever I en het regeerakkoord? Wat is jullie eerste reactie?
Marc Noppen: ‘Ik had gemengde gevoelens bij het lezen van het akkoord. Als je de tekst doorneemt, kan je er moeilijk tegen zijn. Het akkoord staat bol van de goede bedoelingen. Dat is alvast positief. Bovendien wordt er een zekere continuïteit verzekerd. De vorige minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, mag zijn werk voortzetten. Ook dat is helemaal oké. Maar ik mis toch structurele ambitie en goesting in de tekst. Men wil vooral afwerken waar men al mee bezig was. Maar men ontwijkt enkele elephants in the room.
In de inleiding staat duidelijk dat ons huidig gezondheidssysteem met tekortkomingen kampt die historisch gegroeid zijn en vooral te maken hebben met de opeenvolgende staatshervormingen. Dan hebben we het concreet over de bevoegdheidsversnippering in ons land, daardoor een gebrek aan coherentie en aaneen gedeelde toekomstvisie. Dat is helemaal juist. Maar meteen daarna lees je dat ze dat als nieuwe regering niet zullen aanpakken. En oké, het was niet de bedoeling dat we voluit voor een staatshervorming zouden gaan. Maar ik heb eens geturfd hoe vaak men het in dit regeerakkoord heeft over interfederaal overleggen en afstemmen met de deelstaten. 34 keer op slechts enkele pagina’s. Tijdens de coronacrisis heben we aan den lijve ondervonden hoe moeilijk het is om op deze manier snelle en eenduidige beslissingen te nemen.
Men wil ook de groeinorm behouden. De groeinorm bepaalt met welk percentage het budget voor de gezondheidszorg jaarlijks mag stijgen bovenop de gezondheidsindex. We hebben het dan over de gekende 2,5%. Dit zal zeker nodig zijn om de vergrijzing van de bevolking en het effect daarvan op de zorg te financieren. Maar enkele pagina’s verder lees ik dat men 500 miljoen wil besparen binnen de twee jaar. Hoe kan dat nu? In Brussel zeggen ze: ‘Tu ne peux pas avoir le beurre et l’argent du beurre (et le sourire de la laitière).’ Je moet keuzes maken. Ik vraag me af hoe men dit concreet zal doen.
De vele intenties in het regeerakkoord zijn dus goed, maar ik mis toch het plan -het punt aan de horizon- om echt structureel in te grijpen. Analyses tonen aan dat we bij ongewijzigd beleid vanaf 2030 afstevenen op een zorginfarct. We zien vanaf dan een steile toename van de zorgvraag, maar we zien geen parallelle toename van het aantal actieve zorgverstrekkers.’
Denkt u er net zo over, Ortwin?
Ortwin Boone: ‘Marc kaart de heikele punten in het regeerakkoord correct aan. De bevolkingspiramide liegt er niet om. We zitten met een vergrijzingsfenomeen dat voor een veel grotere zorgvraag zal zorgen. En daar kan je volgens mij op drie manieren op reageren.
Je kan in eerste instantie het aanbod verruimen. Dan zien we nu ook wel gebeuren doordat het aantal toekomstige artsen dat in de opleiding geneeskunde mag starten verruimd wordt. Maar die extra artsen zijn uiteraard pas over tien jaar afgestudeerd, na zes jaar basisopleiding en vijf à zes jaar assistentschap. Het effect van deze beslissing zullen we niet meteen voelen.
Daarnaast kan je proberen om de efficiëntie te verhogen en dus met dezelfde middelen meer zorg aan te bieden. Ik denk dat de ziekenhuizen op dat vlak al ruime inspanningen gedaan hebben. Ze hebben met corona moeilijke jaren achter de rug, ook financieel. Het huidige financieringsmodel (per prestatie van de arts) blijft een moeilijk gegeven. Daarnaast zijn er de huisartsenpraktijken. We zien vandaag geen solisten meer of huisartsen die op hun eentje een praktijk draaiende houden. We zien hoofdzakelijk groepspraktijken. De huisartsen in deze praktijken slagen erin om met minder uren werk meer patiënten te zien. De efficiëntie in groepspraktijken is dermate toegenomen dat huisartsen meer patiënten zien en een betere work-life balance voor zichzelf kunnen uitbouwen.
Een derde mogelijkheid en meteen ook de moeilijkste is meer inzetten op preventie en er dus voor zorgen dat mensen minder zorg nodig hebben omdat ze op een andere manier hun leven invullen. Dat is een moeilijke evolutie omdat het van iedereen inspanningen vraagt én omdat het financieringsmodel dit niet beloont.’
Ortwin, jij hebt het vooral over de huisartsenpraktijken. Maar hoe kunnen we de efficiëntie in onze ziekenhuizen verhogen, Marc?
Marc Noppen: ‘We weten allemaal dat de zorgvraag steil zal toenemen. We moeten dus werken aan een reductie van die zorgvraag. Dat betekent concreet dat we ervoor moeten zorgen dat in onze ouder wordende bevolking de zorgvraag niet parallel met het aantal mensen van hogere leeftijd toeneemt. En daar is maar één antwoord op: meer inzetten op gezondheidspromotie en -preventie. Dit staat nu ook in het regeerakkoord. Men gaat er meer de nadruk op leggen dan tot nu het geval was. En nu komen we opnieuw op het heikele punt in ons land: dit is de competentie van onze deelstaten. Maar bon, de federale regering is van plan om hierover in overleg met die deelstaten te gaan en interfederaal te werken. Dus blijven we positief.
Reductie van de zorgvraag is dus ook voor de ziekenhuizen een eerste vereiste om staande te blijven. Maar daarnaast is er ook het zorgaanbod en het aantal zorgverstrekkers. We zijn op twee landen na de slechtste leerling van Europa wat betreft de provisie van het aantal actieve artsen dat we in de toekomst nodig zullen hebben. We hollen om allerlei redenen achter de feiten aan. Wat verpleegkundigen betreft doen we het echt niet slecht. Op Luxemburg na zijn we binnen de OESO landen het land met de meeste en de best betaalde verpleegkundigen. Daar ligt het niet aan. Wel aan wat we die mensen vragen om te doen in de dagdagelijkse praktijk. Slechts 25% van hun tijd besteden ze effectief aan patiëntenzorg, de rest van de tijd aan allerlei andere dingen. En we hebben (te) veel acute ziekenhuisbedden die moeten bestaft worden…
En tot slot moeten we inzetten op efficiëntie. Van alle industrieën en diensten op deze planeet is healthcare de minst kostenefficiënte. We moeten niet vragen naar meer middelen, wel naar het doelmatiger inzetten van de euro’s die we uitgeven aan onze gezondheidszorg. In België gaat het om zo’n 55 miljard per jaar, waarvan 80% publieke middelen. Volgens de studies wordt één op vier euro niet doelmatig uitgegeven. Ook dat moeten we beter doen. Ook daar zou onze regering hard op moeten inzetten, en dat staat gelukkig ook in het akkoord.
Er bestaat geen ‘magic stick’ om die alles eenvoudig kan oplossen. Maar we hebben de durf nodig om al die terreinen tegelijkertijd aan te pakken. Ik wens de minister veel moed en doorzettingsvermogen!’
Hoe verhoudt zich dat tot de extramurale zorg?
Ortwin Boone: ‘We zien meer en meer extramurale zorghuizen ontstaan. Het gaat om vrije beroepen die als ondernemers beslissen te investeren in een bijkomend aanbod aan zorg, waarvoor we de nodige kredietverlening voorzien. Dat biedt twee grote voordelen. De toegankelijkheid voor de patiënt wordt verhoogd. Maar het biedt ook een plus op vlak van het efficiënt inzetten van middelen. Er wordt gericht geïnvesteerd met het oog op een zo hoog mogelijke return.’
Marc Noppen: ‘Steve Jobs zette in de jaren tachtig een prachtige campagne voor Apple op. ‘Think different’ was de slogan. Denk anders. Ook in dit verhaal is dit zo belangrijk. De manier waarop we onze bevolking zorg aanbieden is erg traditioneel. We werken in een systeem met een enorme verticaliteit aan ‘schotten’. Ik noem het soms ook silo’s. Er bestaat een eerste lijn, een tweede lijn, een derde lijn, revalidatie, geestelijke gezondheidszorg enz… Binnen een ziekenhuis heb je de verpleegkundigen, de artsen, de apotheek enz… Binnen de artsen heb je specialisatie A, B, C… Dat is historisch zo gegroeid en heel archaïsch. Zo organiseren we onze gezondheidszorg al jaren. Maar de patiënt heeft geen enkele boodschap aan hoe iets georganiseerd wordt. De patiënt komt binnen met een probleem en eigenlijk zou de zorgorganisatie op hem of haar moeten gericht zijn, en niet op wie wat organiseert, met welk geld en waarom.
Ik lees in het regeerakkoord dat men wil streven naar een geïntegreerde gezondheidszorg. Ik ben daar absolute fan van op voorwaarde dat die geïntegreerde gezondheidszorg geënt is op het traject van de patiënt. En dan nog het liefst dat die zorg kan geboden worden op de plek waar de patiënt het liefste is. Transmurale zorg of hospital at home bijvoorbeeld. Dat systeem bestaat al op andere plekken in de wereld. Maar hier komen thuisoncologie en -antibioticabehandelijk bijvoorbeeld niet van de grond. Waarom? Omdat we steeds weer stoten op die archaïsche structuur van ‘compartimenteren’. Herdenk het concept van die lijnen. Ga voor geïntegreerde zorg over die lijnen heen. In het regeerakkoord staat dat ze ook daaraan willen werken en dat systeem willen vereenvoudigen. We wachten af. The proof of the pudding is in the eating.’
De zogenaamde elephant in the room is zonder twijfel ook Artificiële Intelligentie (AI) in de zorg. De impact van technologie. In hoeverre zorgt dit voor onzekerheid binnen de gezondheidssector?
Marc Noppen: ‘We hadden het daarnet over ‘think different’. Ik zou dit willen aanvullen met ‘work different’. De digitale revolutie in de zorg is een feit. Omarm de tools die we ter beschikking hebben en zullen krijgen.
In het ziekenhuis dat ik jaren met plezier leidde, gebruiken we al jarenlang AI in allerlei domeinen. Niet alleen in de radiologie, waar AI vandaag onmisbaar is, maar ook in de dermatologie, de diabetologie, de pathologie… Zo ook in het zorgbeleid van het ziekenhuis. Maar kunnen we vandaag al de transitie naar compleet anders werken maken? Neen. Er zijn nog steeds beperkingen. AI is maar een tool die zo slim is als wat je er zelf insteekt. Het gaat vooralsnog om algoritmes die gebaseerd zijn op data. Die data moeten correct, relevant en gevaloriseerd zijn. Technisch kan dit allemaal, maar in de praktijk blijkt dat niet zo simpel. Want ook nu weer: die data bevinden zich in silo’s. Bij de huisarts, bij de apotheker, bij de thuisverpleging, in het ziekenhuis, in de app van de patiënt… Ze praten moeilijk of niet met elkaar. We hebben nood aan een soort van connectiviteit waardoor al die data raadpleegbaar zijn door om het even welke zorgkundige die bezig is met de patiënt in kwestie. Maar dan bots je opnieuw op regelgeving. De wet op de privacy, GDPR en dergelijke. Zolang we hierin blijven hangen, zal AI geen hoofdrol spelen in onze gezondheidszorg. Er is nog een hele weg te gaan, maar ik ben bijzonder blij met het BHIR (Belgian Integrated Health Record) initiatief van het RIZIV dat net dat wil doen.
En dan hebben we nog niet eens gehad over de mogelijke rol van digitale technologie en AI in de eigenlijke zorgactiviteit van de arts. Dit is voor mij nog fundamenteler. Ook artsen spenderen maar 30% van hun tijd aan patiëntencontact. De rest van hun tijd brengen ze voor de computer door om alles in te geven en een berg aan administratie te onderhouden. Dit is trouwens één van de belangrijkste redenen voor frustratie waarom zorgkundigen het beroep dreigen te verlaten.
Vandaag wordt daarom ook sterk ingezet op speech driven technology. De gesprekken tussen arts en patiënt worden live geregistreerd en nadien wordt alles via digitale technologie en AI automatisch in nuttige output gegoten. Een verslag voor de huisarts, voor de patiënt, voorschriften, onderzoeksaanvragen… De EPD’s (electronische patiëntendossiers) van vandaag kunnen dat nog niet. Dat is voor mij een potentiële gamechanger om artsen weer vaker in de ogen van een patiënt te doen kijken. Want net om die reden hebben ze voor het vak gekozen. Ze willen met hun patiënten bezig zijn. Ik geloof echt dat technologie dit mee kan ondersteunen. Ik kijk op dat vlak hoopvol naar de toekomst.’

Blog
‘We moeten ons dringend de vraag stellen hoe we als Europa onze positie in de wereld kunnen herstellen.’
Karel De Gucht en Peter De Keyzer delen hun visie op onze turbulente wereld bij Bank Van Breda The SQUARE.
Welke vragen roept het nieuwe regeerakkoord bij u op?
In onze webinars over het regeerakkoord kwamen er heel wat vragen vragen van ondernemers en vrije beroepen. We zetten ze voor u nog even op een rij met vraag en antwoord.
‘De ambities zijn groot, maar de put is diep.'
Marc De Vos en Matthias Diependaele delen hun visie over de grote uitdaginen voor ondernemers in Vlaanderen bij Bank Van Breda The SQUARE.